Lieve Rosie,

8 maanden geleden maakte jij me voor de derde keer moeder. Je hebt ons leven rijker gemaakt. Hoe gek dat ook klinkt. Rijker in de zin van: bewust zijn wat liefde betekent. Jij, je zusjes, je papa. Als gezin van 5 en straks als gezin van 6. Als ik aan jou denk, voel ik een warm gevoel van binnen. Alsof je er nog steeds zit. Vlakbij mijn hart. En ín mijn hart, want daar ben je simpelweg nooit uit te krijgen. Maar ik heb het idee dat de plek waar jij stierf toch altijd een deel van jou blijft. Je ziel zit daar. Of wat het dan ook is.

Ik hoop dat je mee kunt kijken met ons. Want ja, ik zeg eerlijk: ik weet niet wat er na het leven is. Ik hoop gewoon dat er íets is. En dat je trots bent dat je een zusje krijgt. En je voelt dat wij allemaal aan je denken. Altijd! En onze liefde voelt. Dat zou zó mooi zijn. Ik ga daar gewoon vanuit.

Je zussen hebben het nog altijd over je. Juist nu er weer een zusje in je mama’s buik groeit. Zo zei je grote zus Mae: “Mam, dalijk hebben we 5 meiden in huis, he? Jij, ik, Loïs, Rosie natuurlijk en het babymeisje in je buik.”
Vooral dat ‘Rosie natuurlijk’ raakte me. Mae beseft dondersgoed dat je hier bij ons had moeten zijn. Ze vindt het jammer dat je er niet meer bent. Maar ze zegt dat je voor altijd haar zusje blijft. Maar dat je op de begraafplaats ‘woont’.

Lieve Rosie, deze maanden zit je mama in de ‘survivalstand’. En nu, meer dan een halfjaar later, leef ik weer een beetje op. Maar toch, ik denk dat ik altijd slechte dagen blijf houden. De rest van mijn leven. Sommige dagen mis ik je zo erg dat het letterlijk pijn doet. Dan komen de tranen en krijg ik niks uit mijn handen. Omdat ik je zo enorm van je hou. Ik zie kindjes van jouw leeftijd en denk: O man, had jij nu ook al gaan kruipen? Of willen staan?
Ik blijf het onwerkelijk vinden dat we nooit meer van je te weten zullen komen. Maar ik blijf dankbaar. Ik heb meer goede dagen dan slechte. En ik weet dat jij daar ook blij om bent.

Lieve meid, wij houden van jou!

Kus, mama