Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen, worden we direct opgevangen in een verlossuite. Ze hebben de achterste gekozen, zo ver mogelijk van de andere hoogzwangere vrouwen vandaan. Met de hoop dat we niet geconfronteerd worden met huilende baby’s. Enorm lief en fijn dat er zo wordt meegedacht.

Terwijl ik het bed op klim en de weeënweg puf, komt onze eigen verloskundige binnen. Ze zal de bevalling niet doen, maar ze is erom ons te steunen. Superlief en bijzonder. We wachten op de anesthesisten intussen nemen de weeën toe. Bij mijn eerdere bevallingen wilde ik het woord ‘ruggenprik’ of andere ‘pijnstilling’ niet eens horen.  Laat staan dat ik er serieus over na moest denken. Ik doe het zelf, was altijd mijn gedachtegang.  Ik weet dat ik het kan en het is zó mooi om mee te maken. Maar nu heb ik eigenlijk gewoon geen keus. Mentaal ben ik zo kapot en zo bang voor wat er gaat komen. Die ruggenprik helpt me te focussen en rust te vinden. Het is de beste keuze. Dan voel ik in ieder geval geen lichamelijke pijn. De mentale pijn is al zwaar genoeg.

 

De ruggenprik zit erin
Daar lig ik dan. Te wachten op wat er gaat komen. Nick en ik hebben het over het regelen van de uitvaart. Bizar wel. Ons kindje moet nog geboren worden en we praten al over het afscheid. Gelukkig is de sfeer verder gemoedelijk en rustig. De zusters zijn lief en de verloskundige van het ziekenhuis die de bevalling doet,  voelt vanaf het begin enorm vertrouwd.
De weeën lijken rustiger te worden. Aangezien ik geen fysieke pijn ervaar,  besluiten we de weeënopwekkers te starten. Ik wil dat er actie ondernomen wordt. En ondanks alle angst, ben ik ook nieuwsgierig naar ons derde meisje. De weeënstorm begint en mijn buik vliegt alle kanten op. En ik voel niks! Dat is best gek. Ik begin langzamerhand te begrijpen waarom sommige vrouwen voor een ruggenprik kiezen.
En dan komt de ‘persdrang’. Ik voel ‘m gewoon door de ruggenprik heen. De verloskundige kijkt, en jawel: tien cm ontsluiting. “Lieve meid,  je mag mee gaan persen,” zegt ze.
Oef, nu gaat het echt gebeuren. Ons meisje gaat geboren worden. Hoe zal ze eruit zien?  De zuster – die ook nog eens heel goed blijkt te kunnen fotograferen- pakt de camera. Ik zeg dat ze maar moet aangeven wat ik moet doen. Want ik voel wel ‘iets’, maar niet alles.  En dan  komt de perswee. “Je mag mee duwen! ”Vol power die ik op voel komen, pers ik mee.  Binnen 3 min perstijd is ze daar. Onze Rosie. En écht, wat is ze mooi!

Liefde en verdriet: alles komt samen
We kunnen heerlijk met Rosie kroelen, naar haar kijken, haar ruiken. Deze bevalling zal ondanks het enorme verdriet voor altijd liefdevol in mijn geheugen gegrift staan. Ik heb megaveel respect voor de mensen die erbij waren. In zo’n korte tijd heb ik een enorm hechte band met ze opgebouwd. Ik ben ze voor eeuwig dankbaar dat ik terug kan kijken op een fijne bevalling van Rosie. Hoe gek dat ook klinkt. Want hoe bang ik van tevoren was om van een overleden kindje te moeten bevallen, nu snap ik pas waarom ze zeiden dat het goed zou zijn voor mijn verwerking. Want het helpt zeker. En het is het allermooiste wat ik ervaren heb naast de week met Rosie thuis.

Binnenkort het laatste deel.

Geredigeerd door Natasja Faassen.